De Sprong naar Ierland

Emigreren is een spannende actie. Het is geen eenvoudige beslissing om baan, huis en familie op te geven om in een "ver" buitenland een nieuw bestaan op te bouwen. In deze weblog beschrijf ik mijn belevenissen die vooraf gaan aan de definitieve Sprong naar Ierland.

Mijn foto
Naam:
Locatie: Milltown Malbay, Clare, Ireland

08 april 2006

Hellup, papierwerk!

Zo langzaam aan begint het leven hier weer vorm te krijgen. Ik heb eerst even een paar dagen “vakantie” genomen na aankomst hier in County Clare. Dat wil zeggen: ik kwam op vrijdagmiddag 17 maart 2006 (Sint Patricksday) aan en begon pas maandag 20 maart 2006 aan het papierwerk.

De eerste stap was het aanvragen van een PPS-nummer oftewel de Ierse versie van het SOFI-nummer bij het kantoor van “Social and Family Affairs”. Na geruime tijd wachten was iemand zo vriendelijk ons te vertellen welke papieren wij exact nodig hadden voor het aanvragen van een PPS-nummer: identiteitsbewijs (aanwezig), adreslegitimatie (had mijn zuster mee), bewijs dat ik daadwerkelijk bij mijn zuster inwoonde (in orde), geboortebewijs (ehm, nee). Gelukkig was de dame ook zo vriendelijk ons te verwijzen naar het kantoor in Kilrush, wat aanzienlijk dichterbij was dan het kantoor in Ennis waar we toen waren.

Tweede stap was het ophalen van papieren ten bate van het aanvragen van de Medical Card (zeg maar ziekenfonds) en het Long Term Illness Scheme (diabetes mellitus is inderdaad een langdurige ziekte en dus is het wel prettig de medicijnen en hulpmiddelen vergoed te krijgen). Helaas zit het kantoor van de Mid-Western Health Board exact aan de andere kant van Ennis dan de Rijkskantoren waar we voor het PPS-nummer waren. Dus tuffen maar. Afijn, die papieren waren snel opgepikt en na een rondje boodschappen doen konden we weer op huis aan.

Derde stap was het invullen van alle papieren. Mijn zwager, veefokker van beroep, heeft een enorme bloedhekel aan papierwerk en hij vond mij dan ook te beklagen. Nu ben ik altijd een bureaucratisch van inslag dus ik had er geen problemen mee. Een uurtje lezen, navragen en pennen verder waren de formulieren zo ver mogelijk ingevuld. De papieren voor de Medical Card e.d. moesten wachten tot ik mijn PPS-nummer had.

Vierde stap (op dinsdag) was het bezoek aan het kantoor van de van “Social and Family Affairs” in Kilrush. Helaas was er pal voor ons een busje vol met Polen gearriveerd en het personeel was een tikje dol daarvan. Ze begrepen er namelijk collectief geen bal van van wat ze aan het invullen waren. De dame achter de balie was zichtbaar opgelucht toen de volgende buitenlander gewoon haar vragen verstond en soepel kon beantwoorden. Een klein hikje was dat de meegenomen elektriciteitsrekening op naam van mijn zuster echtgenoot stond en dus moest hij eigenlijk de brief schrijven dat ik daadwerkelijk bij hem inwoonde. Een vlot gepresenteerde telefoonrekening op mijn zuster naam bleek echter ook te voldoen en ter plekke schreef zij de gewenste verklaring. De volgende dag kon ik mijn PPS-nummer al ophalen.

Vijfde stap (op woensdag) was het ophalen van het PPS-nummer. Tot mijn verrassing kreeg ik alleen een post-it velletje met een nummer erop. De fraaie pas met het nummer moest apart aangevraagd worden, wat ik dus maar ter plekke deed. Drie dagen later had ik de pas in huis, de officiële kennisgeving dat mij een PPS-nummer was toegekend kwam pas na een week binnen…

Zesde stap was het afmaken van de formulieren voor de Medical Card. Met mijn papieren, medisch dossier en nieuw verworven PPS-nummer kon ik vervolgens naar de huisarts gaan. Al eerder had mijn zuster nagevraagd of haar huisarts nog nieuwe patiënten aan nam en dat was gelukkig het geval. De nieuwe huisarts moest namelijk een verklaring invullen dat hij mij als patiënt accepteerde. En dus stond ik donderdag 23 maart 2006 voor zijn neus. De dokter humhumde zich even door het (Nederlandstalige) medische dossier en was vervolgens blij verrast met de (Engelstalige) verklaring van de apotheek over mijn medicijngeebruik. Alle genoemde medicijnen kende hij en dus was dat geen probleem. Na een korte controle van de bloeddruk (in orde) en gewicht (minus vier kilo, jippie) vulde hij het formulier in en kon ik weer verder.

Met de verklaring van de dokter had ik alles compleet en kon de zevende stap zetten. De papieren moest ik afleveren bij een meneer O’Loughin (of iets dergelijks) die op vijf verschillende plaatsen spreekuur hield. Boerderijperikelen verhinderden een gang naar deze man op donderdag en dus moest ik wachten tot hij op dinsdag spreekuur hield in Mullagh (de dichtstbijzijnde van de vijf locaties). Naar goed Iers gebruik kwam meneer een kwartier te laat voor een spreekuur van een half uur. Echter, binnen vijf minuten stond ik weer buiten met een goedgekeurde aanvraag voor de Medical Card en een verwijzing naar Ennistymon voor het aanvragen van een uitkering. Hij vond het veiliger dat ik maar gewoon een uitkering aanvroeg (ik de hoop dat ik die niet nodig heb) dan dat maar blijven wachten op de uitslag van een sollicitatiegesprek…

Goed, als zevende stap stond ik dus op woensdag 29 maart in Ennistymon bij het kantoor van Social Welfare voor het aanvragen van een uitkering (daar heb je als EU-burger ook gewoon recht op). Hier werd vrolijk gevraagd naar drie (3) vormen van identificatie. Lichte paniek volgde prompt. Mijn ID-kaart bleek de eerste te zijn. De adreslegitimatie met verklaring dat ik bij haar inwoonde bleek te volstaan als tweede. Met een wanhoopsgebaar trok ik vervolgens mijn EHBO-pas (met foto) te voorschijn en tot mijn verrassing werd die geaccepteerd. Mijn Jaaropgave 2005 en geboorteakte completeerden de benodigde documenten. Ik hoefde nu alleen maar ter plekke een tweetal formulieren in te vullen. En dus stond ik nonchalant leunend op een archiefkast een aanvraagformulier van twee kantjes en het een of andere Rijksformulier van acht kantjes in te vullen. Een tafel was er in het piepkleine kantoortje niet aanwezig. En na inlevering van alle paperassen kreeg ik een papier mee met de inleverdata van de uitkeringsformulieren plus een papiertje met een verwijzing naar een meneer O’Conner (of zo iets) in Milltown-Malbay

Tot slot kwam op donderdag de afspraak met de als zeer onsympathiek omschreven heer O’Conner. Nu heb ik in Nederland wel ergere ambtenaren meegemaakt, maar deze meneer wordt beslist niet uitgenodigd op mijn verjaardagsfeestje. Meneer had zijn huiswerk grondig gedaan en had blijkbaar het dossier van mijn zuster en zwager ook al even gelicht. Echter, ook wij hadden ons huiswerk gedaan en dus werd de aanvraag netjes goedgekeurd.

Al met al duurde het dus tien dagen en een groot aantal bezoeken in allerlei plaatsen in County Clare voor ik alle officiële papieren compleet had!

Maar goed, er is natuurlijk meer tussen hemel en aarde dan officiële papieren en dus heb ik in de tussentijd een tweetal sollicitatiegesprekken gehad, heb bij mijn Ierse bank een adreswijziging doorgegeven en een bankpas aangevraagd, heb na enige moeite een mobieltje gekocht (een Vodafone-abonnement was moeilijk leverbaar, de Nokia 3220 niet), heb mogen helpen bij de operatie van een kalf (na nog een operatie is het kalf helaas toch overleden), heb mij een huiselijk klusje toegeëigend (ik zorg voor voldoende turf bij de “stove”) en krijg van mijn zuster, zwager en tal van vrienden een spoedcursus “hoe wordt ik een boerenknecht”.

Mwah, het bevalt mij hier uitstekend!

02 april 2006

I’m an Irish Wannabee!!

Het heeft even geduurd, maar nu is er weer een aanvulling. De reden is simpel: ik woon inmiddels in Ierland.

De verhuizing was een normale verhuizing (een nachtmerrie dus) met wat extra complicaties (ruimtegebrek). Ik bleek op het laatste moment een aantal dingen niet kwijt te kunnen. Zo weigerde Mamamini mijn wandmeubel en bedden en heeft een belangstellende voor mijn bankstel zich niet meer laten horen. Ook bleek mijn 19 inch monitor niet in de wagen te passen. Das jammer, maar het zij zo (Ik heb inmiddels in Kilrush een tweedehands monitor gekocht, 17 inch dit keer).

De reis naar Ierland ging redelijk goed. Het verkeer in Nederland was een zooitje en vol met files maar we hebben geen moment echt stil gestaan (soms reden we met een gangetje van 10 km/u). Inchecken in Hoek van Holland ging ook soepel. Het was mij enigszins onduidelijk welk papiertje nu precies mijn reisticket was, dus had ik het hele spul in 1 enveloppe gestopt. Bij de incheckbalie gaf ik gewoon de hele enveloppe of en de medewerkster pikte eruit wat zij nodig had. (In Holyhead werkte dat net zo). De overtocht zelf ging soepel. Het diner was eenvoudig en degelijk (er waren veel vrachtwagenchauffeurs aan boord!) maar ook smakelijk. En na een matige nachtrust werden we door een vriendelijke stem gewekt. Het ontbijt was ook nogal Engels en bepaald degelijk te noemen. Mijn kameraad zag zo’n ontbijt om 6.00 uur niet zo zitten en beperkte zich tot brood, toast en jam. Ik heb mij wel lustig bediend van de roereieren en een tweetal worstjes, maar de witte bonen in tomatensaus heb ik ook maar even overgeslagen…

In Engeland en Wales bleek het gebruik van de TomTom inderdaad zo handig als men heeft geadverteerd. Wij kozen voor de noordelijke route, langs Ipswich en Cambridge. Toen mijn zuster naar Ierland vertrok hebben wij, al kaartlezend, deze route ook genomen. Alleen zijn wij toen van Kettering rechtdoor gegaan, via Coventry, Birmingham en Shrewsbury naar Holyhead. TomTom had echter een andere mening! Na Kettering werden wij ineens noordwaarts gestuurd. De route bleek via Leicester, Derby, Newcastle-Under-Lyme naar Chester te lopen waar wij op de duidelijk nieuwe A55 kwamen. En in een mengeling van hagelbuien, bleke zonnetjes en complete stortbuien reden wij over een prachtige tweebaansweg (soms zelfs vierbaans) soepeltjes naar Bangor. Even voorbij Bangor passeerden wij de fraaie brug over de Menai Strait en waren op het eiland Anglesey. Van daar was het maar een hortje naar Holyhead waar wij om ongeveer 16.00 uur arriveerden. Een beetje vroeg, maar heb ik liever wat speling. Zeker met een chauffeur die nog nooit in Engeland, Wales of Ierland gereden heeft…

De overtocht naar Ierland liep vervolgens wat moeizamer. Het inchecken, ruim na 17.00 uur, ging nog wel normaal. We zaten in de juiste “lane” om vlot aan de beurt te zijn. De papieren waren in orde en dus was het zo geregeld. Maar toen begon het wachten op de catamaran. Om 18.00 uur, een half uur voor vertrek, was hij nog steeds niet gearriveerd maar wij konden hem wel zien op enige afstand buiten de haven. Uiteindelijk bleek dat door een vreemde combinatie van springtij (en dus een lage eb) en oostenwind het waterpeil in de haven te laag was om veilig binnen te komen. De catamaran moest dus wachten op het opkomen van de vloed maar door de wind duurde dit nogal lang. Uiteindelijk was het over zevenen dat wij eindelijk aan boord konden maar toen ging het vervolgens ook vlot. De overtocht zelf was een beetje wiebelig door de wind maar leverde verder geen problemen op. Het mooiste was nog wel de aankomst in de baai bij Dublin en Dun Laoghaire. Waar mijn kameraad bij het zien van de lichten van Dublin iets had van een neutraal “land in zicht” verzuchtte ik hardop: “bijna thuis!”…
Vanzelfsprekend ging het ontschepen weer vlot en de douanecontrole was een formaliteit. Het vinden van het geboekte B&B bleek echter wat moeizamer te zijn dan verwacht. Ik had wat plattegrondjes meegenomen van de omgeving van Dun Laoghaire en Glenageary maar een paar verwachtte herkenningspunten bleken niet te vinden te zijn. De verwachtte spoorwegovergang bleek namelijk een weinig zichtbare brug te zijn, het gezochte park was weggewerkt achter een hoge stenen muur en de straatnaambordjes waren ook onvindbaar (natuurlijk, wij keken op de normale Hollandse hoogte en niet op Ierse hoogte). Na enig zoeken vonden wij wel een straatnaambordje en konden ons dus weer oriënteren. Het bleek dat wij niet fout gereden waren maar gewoon te ver. Even keren en binnen enkele minuten hadden wij ons B&B gevonden. Ondanks dat wij meer dan anderhalf uur later waren dan verwacht, wachtte ons een warm welkom. Na de slechte nacht op de boot waren de bedden meer dan welkom en het duurde dan ook niet lang voor we lekker in ons bedje kropen voor een welverdiende nachtrust. Aangezien het ontbijt de volgende morgen ook prima verzorgd was kan ik Claremont House beslist aanbevelen.

Op St. Patricksday hebben wij vervolgens de oversteek gemaakt van Dun Laoghaire naar County Clare. Het vinden van de weg in de omgeving van Dublin was simpel. Al heel snel na ons vertrek uit Claremont House pikten wij de bordjes op die ons naar de M50, de rondweg van Dublin, leidden. Het was overduidelijk dat dit stuk rondweg pas recent geopend was aangezien er nog behoorlijk wat geknutseld moet worden aan de toegangswegen. Zowel deze toegangswegen en de snelweg M50 zelf hebben nog een portie afwerking nodig maar het is in ieder geval een prima weg.
Wij doken vrijwel op het zuidelijkste puntje de M50 op en daardoor duurde het nog een flinke tijd voor we eindelijk bij de afslag van de M7/N7 waren. Het is wel een lekker idee om aan de oostkust van Ierland te zitten en daar al richtingaanwijzers te zien staan voor een plaats aan de oostkust. De M7/7 is wel een weg met meerdere gezichten. Het eerste stuk N7 tot Naas is één grote bouwput. Hier is men hard bezig de weg op te waarderen van een “National Route” tot een “Motorway”. Het tweede deel van Naas tot Portlaoise is al een fraaie motorway zodat wij even door konden gassen (even onderbroken door een lunch in Kildare). Na Portlaoise wordt het weer de N7 en het verschil was duidelijk te merken. Kort voor Mountrath kwamen wij namelijk gezellig in de file te staan. Goed, na een paar kilometer sukkelen bleek dat wij wat last hadden van de plaatselijke St. Patricksday-parade. Moet kunnen om daarvoor een nationale route even af te sluiten. Daarna konden wij lekker doorrijden op de N7 tot aan Limerick. Toch blijf ik het een vreemd gezicht vinden om fietsers en tractoren te zien op zulke wegen!
Bij Limerick was het echter weer even opletten. Er is een prachtige omleiding buiten de stad om gemaakt die echter een veel te kleine capaciteit heeft. Volgens de verhalen is een deel van die omleiding dan ook vrijwel permanent een file. De tip was dan ook om de eerste bordjes voor Shannon en Ennis gevoeglijk te negeren en gewoon de N7 door de stad zelf te volgen. Dat hebben wij dan ook maar gedaan en ondanks de drukte waren we redelijk snel weer Limerick uit. Al midden in Limerick hadden wij de bordjes voor Ennis al weer opgepikt en dus zaten wij al snel weer op de N18. Na een klein hikje bij Dromoland (daar wordt aan de aansluiting op de Ennis Bypass gewerkt) na ging het soepel tot we bij Clarecastle kwamen. Daar is namelijk gewoon de snelweg op en sukkel je weer door de stad. Toch hadden wij al vlot de afslag naar Milltown-Malbay gevonden en konden echt het platteland op. Ik had mijn kameraad al gewaarschuwd dat er nu geen grote wegen meer waren en dat ze gevoegelijk kleiner zouden worden. Dat leek hem wat overdreven. Het laatste stukje vanaf Milltown-Malbay naar het huis van mijn zuster en zwager leerde hem rap wat ik daarmee bedoelde…

Op St. Patrickday om ongeveer 16.45 uur arriveerden wij gezond en veilig in Knocknahilla, county Clare na een reis (inclusief overnachtingen en wachttijden) van 50 uur.

Nu ben ik echt een “wannabee Irish Man”!